Van 10 mei t/m 17 mei 2004 hebben we voor de tweede
keer in drie jaar, Madeira bezocht. In 2001 logeerden we in het
Reids Hotel.
Deze keer verbleven we in Choupana
Hills. De kamers van dit hotel zijn gevestigd in losse bungalows,
elk met een prachtig uitzicht over Funchal. We konden bijvoorbeeld
het Reids Hotel goed zien (links tussen de bomen, aan het water):
Het hotel ligt niet ver van het plaatsje Monte vandaan. Een plaats
die we ook de vorige keer bezocht hebben. De kerk van Monte was
vanuit onze kamer te zien:
Dwars door het hotelterrein, loopt een levada. Door deze te volgen
kom je in Monte uit. Op een paar minuten van het hotel, loop je
al in een schitterende omgeving:
Door de hoogte van het hotel (mijn GPS gaf, op het balkon van deze
"kamer 44", 606 meter aan), was het wel kouder dan "beneden",
ook al omdat op deze hoogte zich vrij veel bewolking vormde. Echt
warm was het daarom niet en hebben we maar één keer
echt buiten op het balkon kunnen zitten. Het mooie, verwarmde, buitenzwembad
van het hotel hebben we ook niet gebruikt en om nu gebruik te maken
van het binnen zwembad...
Op de "koude en bewolkte" momenten "boven",
was het aan de kust echter ongeveer 20 graden en daar hebben we
de meeste tijd doorgebracht. Funchal was gelukkig hetzelfde gebleven;
Geen overdadig reclames in de straten voor "English Breakfast"
of grote internationale winkelketens.
We hebben regelmatig koffie gedronken, maar ook gelunched, bij
"Golden Gate". Vanaf het grote balkon op de eerste verdieping
heb je een mooi overzicht en zie je het beeld van Zarco staan. Al
in de negentiende eeuw bestond op deze plek een café / restaurant
met de naam "Golden Gate".
Om vooral het oostelijk deel van het eiland verder te kunnen bekijken
(het westelijk deel hadden we in 2001 al bekeken), hebben we drie
dagen een auto gehuurd. Allereerst bezochten we Camara
de Lobos, even ten westen van Funchal. Dit vissersplaatsje is
mede bekend geworden doordat Sir Winston Churchill het rond 1949
een paar keer geschilderd heeft.
Een andere leuke plaats, in een vallei hoog in de bergen, is Curral
das Freiras. Dit plaatsje is bekend om twee dingen: de likeur die
men maakt van kastanjes en het feit dat dit plaatsje in 1566 gebruikt
is als schuilplaats van nonnen uit het klooster van Santa Clara.
Ze waren op de vlucht voor piraten.
Op het moment dat wij er waren, werden er gezongen en gedanst in
klederdracht:
Aan de noordkust ligt Porta da Cruz en daar valt niet veel te beleven.
De baai met omliggende rotsen zijn echter een mooi gezicht:
's Nachts, klaarde het weer op "onze hoogte" van het
hotel meestal op, waardoor we een koude nacht hadden maar ook een
mooi uitzicht over Funchal:
|