Onder leiding van de architect C.B. van der Tak, directeur van
Gemeentewerken, werd in 1871 begonnen met de aanleg van een 'filtreerwerktuig
aan de limieten der stad'.
De uitstekende kwaliteit van het gezuiverde drinkwater leidde al
snel tot een reeks van uitbreidingen van het complex. In 1980 werd
op het voormalige DWL-terrein een begin gemaakt met de bouw van,
uiteindelijk, 2500 woningen. De bouwers van het eerste uur, Stichting
Volkswoningen en Grootel's Bouwmaatschappij, werkten binnen een
nieuwe stedbouwkundige opzet, ontworpen door E. Poot van het bureau
WS-I en gemeentelijke diensten. Uitgangspunt hierbij was het behoud
van de structuur van het terrein, waarin nieuwe elementen als woningen
en de verkeersstructuur op een natuurlijke manier werden ingepast.
Bestaande gebouwen, zoals de watertoren, het voormalige pompstation
en de snelfitergebouwen, werden voor een nieuwe functie geschikt
gemaakt. Ook de ondergrondse elementen als kanalen, kokers en kelders
waren van invloed op het ontwerp. Zo werden op de voormalige reinwaterkelders
energiezuinige woningen gebouwd en werden de woningen op de lage
filters precies tussen de waterbakken geplaatst. In de parkzone
in het centrum van de wijk zijn de verschillende waterbakken nog
duidelijk herkenbaar.
Het Buitenbassin
Tot in de jaren zeventig werd op dit terrein rivierwater gezuiverd
tot drinkwater. Via de inlaat werd bij laag tij water uit de Maas
naar het buitenbassin en het binnenbassin gevoerd, waar door bezinking
een eerste natuurlijke zuivering plaatsvond. Vervolgens werd het
water naar de kleinere filterbassins geleid, waar een tweede natuurlijke
zuivering plaatsvond. Het gezuiverde water werd via de filterhuisjes
in ondergrondse kanalen verder getransporteerd naar de reinwaterreservoirs.
De druk op het waterleidingnet werd verzorgd door een aantal stoommachines,
die in het pomphuis stonden opgesteld. Het vat bovenin de watertoren
werd voornamelijk gebruikt om drukstoten in het waterleidingnet
op te vangen. Om aan de toenemende vraag naar drinkwater te voldoen
werd vanaf de jaren twintig ook een snelle chemische zuiveringsmethode
toegepast. In de coagulatie- of snelfiltergebouwen werd ijzersulfaat
en chloor aan het water toegevoegd, waarmee schadelijke stoffen
uit het water werden verwijderd. Het drinkwaterleidingbedrijf is
in 1977 verhuisd naar een terrein aan de voet van de Van Brienenoordbrug.
Het binnenbassin maakte al in 1871 deel uit van het waterleidingcomplex.
Hier werd het water rechtstreeks uit de rivier ingelaten en vond
door bezinking een eerste ruwe zuivering plaats. Bij deze bezinking,
die gemiddeld 12 uur duurde, werd in bepaalde periodes actieve kool
toegevoegd om de reuk en de smaak te verbeteren. Bij de nieuwbouw
in het binnenbassin, die niet gehinderd werd door de aanwezigheid
van heipalen en andere obstakels in de ondergrond, is de karakteristieke
indeling van het bassin met het dammetje gehandhaafd. Een deel van
het wateroppervlak is eveneens behouden. Langgerekte woonblokken
op het binnenbassin zijn in 1988 gebouwd naar een ontwerp van Anarcos
Architecten; De vijf stadsvilla's uit 1990 zijn een ontwerp van
de architectengroep De Nijl. De school bij de tramlus is ontworpen
door M. Schermelé.
Met de aanleg van het buitenbassin werd in 1893 het totale bezinkingsoppervlak
van het drinkwaterleidingsterrein verdubbeld tot 80.000m3. Het bassin,
bedoeld voor een eerste ruwe zuivering van het water, ontleent zijn
naam aan het feit dat deq uitbreiding plaatsvond door een deel van
de rivier in te dammen. Bij de omvorming van het terrein tot woongebied
werd het zeven meter diepe buitenbassin gedempt en opgehoogd.
Ook in het buitenbassin kon, door het ontbreken van obstakels in
de ondergrond, vrij worden gebouwd. In het stedebouwkundig concept
is gekozen voor de bouw van een aantal hoge woontorens met uitzicht
op de rivier. Ze zijn aan het begin van de jaren negentig gebouwd
door SAS Architecten, A.Bonnema, H.Klunder en L.Negrescu.
De filterhuisjes
Met de aanleg van een nieuwe serie langzame filters werd het zuiveringsoppervlak
van het drinkwaterleidingterrein in 1898 vergroot tot 43.000m3 wateroppervlak.
Naast de waterbakken met natuurstenen randen en opgemetselde kokers
werd ook een serie filterhuisjes geplaatst.
In deze bedieningshuisjes bevonden zich afsluiters waarmee de aan-
en afvoer van het water in de kokers werd gereguleerd. Bij de omvorming
van de zes waterbakken in het hart van het terrein hebben de filterhuisjes
hun karakteristieke positie behouden.
De kokers kregen in het nieuwe inrichtingsplan, een ontwerp van
P.Achterberg, een nieuwe functie als voetgangersroute door het terrein.
De filterbakken kregen ook een eigen recreatieve bestemming.
Het pompstation
Het voormalige drinkwaterleidingsterrein werd in 1886 uitgebreid
met een nieuw machine- en ketelhuis.
De stoommachines, die oorspronkelijk in de werkplaatshallen bij
de watertoren waren ondergebracht, kregen hier een nieuwe behuizing.
Het pompstation is met de karakteristieke vierkante toren en het
gebruik van verschillende kleuren baksteen in dezelfde stijl gebouwd
als de watertoren. Bij de verbouwing, die in 1990 werd afgerond,
is een gedeelte van het complex gerestaureerd. Hierin bevinden zich
onder meer een buurthuis, een gymnastiekzaal en een trouwzaal.
Het nieuwe gedeelte, evenals de verbouwing en restauratie een ontwerp
van Kraaijevanger Architecten, bevat het winkelcentrum voor de wijk.
In het interieur van het buurthuis bevindt zich een meer dan honderd
jaar oud reliëf, waarop de watertoren staat afgebeeld en op symbolische
wijze de strijd om goed drinkwater zichtbaar wordt gemaakt.
De Snelfitergebouwen
Om aan de sterk gestegen vraag naar drinkwater te kunnen voldoen
werd in 1929 een nieuwe filtermethode geďntroduceerd, waarbij sschadelijke
stoffen door middel van ijzersulfaat aan het water werden onttrokken.
Met de ingebruikname van dit snelfiltergebouw, een modern zakelijk
ontwerp van gemeentearchitect A. van der Steur, werd de produktiesnelheid
bijna driemaal vergroot.
In 1941 en 1950 werd het complex uitgebreid met twee nieuwe gebouwen.
De oorspronkelijke opzet, een leidingstraat met aan weerszijden
filterbakken, vormde in 1982 het uitgangspunt voor de verbouwing
van het complex tot woningen.
Architect W.Patijn plaatste de woningen in en op de filterbakken
en transformeerde de leidingstraat tot een overdekte binnentuin.
Het middelste snelfiltergebouw uit 1941 is in 1985 door Kraaijevanger
Architecten verbouwd en in gerbuik genomen als kantoorruimte.
De Watertoren
De watertoren met de bijbehorende werkplaatshallen werd in 1871
gebouwd naar een ontwerp van de architect C.B.van der Tak, destijds
directeur van Gemeentewerken. De toren is gebouwd in een mengeling
van stijlen, neo-romaans, neo-renaissance en oosters. De toren is
48 meter hoog en bevatte een reservoir voor ruim een miljoen liter
water. Het was daarmee de grootste watertoren van Nederland.
Onder het watervat bevonden zich de woningen van de machinisten
die op het terrein werkten. Na het vertrek van het waterleidingbedrijf
naar een nieuwe locatie bij de Van Brienenoordbrug werden de woningen
en de werkplaatsen in 1978 opnieuw in gebruik genomen door de coöperatieve
vereniging Utopia. In de hallen zijn o.a. een hout- en een metaalwerkplaats,
een fotostudio en een geluidsstudio ondergebracht.
Daarnaast bevat het complex ruimten met een meer openbaar karakter
zoals een café, een restaurant en Hal4,
die voor filmopnames, theater en concerten wordt gebruikt. Bij
de verbouwing in 1985 (architect R. den Burger, Gemeentewerken)
werd het watervat uit de toren verwijderd om plaats te maken voor
kantoorruimtes.
De tekst en zwart-wit foto's op deze pagina zijn
afkomstig van de diverse bordjes die in de wijk te vinden zijn.
Alle kleurenfoto's zijn van Aad Dekker.
|